Tibetaanse Spaniels, geschiedenis

Ontstaan van de Tibetaanse Spaniel. Wie de Tibetaanse Spaniel voor de eerste keer ziet, kan denken dat hij met een ‘mislukte Pekingees’ te maken heeft. Echter, de Tibetaanse Spaniel, ook wel ‘Tibetaanse gebedshond, Tibetaanse kloosterhond of monnikshond genoemd, behoort tot een van de oudste kleine hondenrassen. Deze hondjes waren in Boeddhistische landen zeer waardevol, omdat men geloofde dat zij de reïncarnatie van de leeuw van Boeddha waren. 1 gebedsmolens 9211dc07   

Men vermoedt dat de Tibetaanse Spaniel de voorouder is van andere Oosterse rassen zoals de Pekingees, Japanse Spaniel  en Lhasa Apso. Wanneer je foto’s ziet van ‘de ouderwetse Pekingees’ is de gelijkenis met een Tibetaanse Spaniel overduidelijk.

Voor wat betreft de Japanse Spaniel: de Chinees-Tibetaanse bevolking van het koninkrijk Silla op het Koreaanse Schiereiland heette Tchin-Tchin, een naam die later ook aan de Japanse Spaniel is gegeven. Men zegt dat er ooit een Tibetaanse Spaniel aan de keizer van Japan geschonken is, vandaar dat ze mogelijk de voorouders zijn van de Japanse Spaniel. 

In nesten van de Lhasa Apso komt tot op heden nog af en toe een ‘Prapso’ voor. Dit is een hondje dat qua uiterlijk veel van de Tibetaanse Spaniel weg heeft; het heeft een veel kortere vacht dan de Lhasa. In Tibet kwamen de mooiste en kleinste hondjes bij de adel terecht en zij werden cadeau gedaan aan de Boeddhistische monniken in de kloosters, waar zij gewaardeerd werden als waakhondjes, die op de kloostermuren liepen en met hun geblaf luid de komst van bezoek aankondigden. Ook werden ze door de monniken als kruik gebruikt tijdens de langdurige meditaties in de koude kloosters. De hondjes lagen dan onder de monnikspij of in de mouw hiervan. Door de Dalaï Lama werden de hondjes cadeau gegeven aan geestelijke- of wereldlijke leiders, hierdoor werden zij over de hele wereld verspreid. Er is een legende die vertelt dat de Tibetaanse Spaniels in de Boeddhistische kloosters de gebedsmolens draaiend hielden.

Gebedsmolens zijn molens waarin een opgerold papier met gebeden erop zit. Men geloofde, dat wanneer de molens draaiden, de gebeden naar de hemel gingen. Het was dus belangrijk de molens zoveel mogelijk te laten draaien, maar wanneer we de gebedsmolens eens goed bekijken lijkt dat een onmogelijke zaak. Wat wel een feit is, dat de Tibetaanse Spaniel heel goed op zijn achterpoten kan staan en dan met de voorpoten een draaiende beweging maakt. Dit kunnen zij heel lang volhouden, b.v. wanneer zij om iets lekkers bedelen.

Gebedsmolens

Een andere legende vertelt dat de Tibetaanse Spaniel ontstaan is doordat men een jonge arend aanraakte op het moment dat deze uit het ei tevoorschijn kwam. Door archeologische vondsten weten wij dat kleine, op de Tibetaanse Spaniel lijkende honden, al gedurende de Sjang Dynastie moeten hebben bestaan, want ze werden afgebeeld als decoratie op keramiek. De afgebeelde honden hebben echter een wat langere snuit, rechtere poten en een kortere beharing dan de huidige Tibetaanse Spaniel. Maar het is bijna onmogelijk precies te achterhalen wanneer de eerste Tibetaanse Spaniel naar Engeland gekomen is. Mogelijk is dit al voor 1895 het geval geweest toen zeelui uit het Verre Oosten terugkwamen en ‘Ching’ meebrachten. Reeds in 1898   werd door mrs. A. Mc. Laren-Morrison haar ‘Everest’ geshowd als ras en werd deze Thibet Spaniel genoemd. Voor zover bekend waren de eerste door haar geïmporteerde Tibetaanse Spaniels, die uit de Kloosters in Tibet kwamen, zwart-wit. Hieruit heeft mrs. McLaren sable, bruin (nu chocolade genoemd) en rood (ruby) gefokt.  

In 1906 werd in een artikel in ‘the Illustrated Kennel News’ gesproken over mrs. Walker die samen met mrs. McLaren de enigen in Engeland zouden zijn die Tibetaanse Spaniels hadden. Waarom de Tibetaanse Spaniel, ondanks de lovende woorden over het ras in de Kennel News, in de jaren 1900 tot ongeveer 1930 niet populairder geworden is, is niet duidelijk. De eerstvolgende Tibetaanse Spaniel ‘Lhasa’ werd in 1905 door mr. Frank Wormald mee naar Engeland genomen. In 1908 importeerde mrs. Wilmot-Corfield in Amerika uit Lhasa een Tibetaanse Spaniel reu, Lama, en een puppyteefje, Luna. Deze twee zijn rond 1911 naar Engeland gekomen, de hondjes zijn opgezet en te zien in het British Museum.

Luna (li) en Lama (re) uit ‘Dogs of the last hundred years in the Britisch Museum (Natural History)’ Uit ´Our Dogs’ weten we dat er  rond 1909 50-60 Tibetaanse Spaniels in Engeland waren. Hierna was het Mrs. dr. Greig (Ladkok Kennel) die in 1920 verschillende Tibetaanse Spaniels meenam naar Engeland. De enigen die ook actief met het ras bezig waren, waren mr. en mrs. Stutly-Abbot. De basis van hun kennel (Fantrop) waren de honden van mrs. Greig. Doma of Ladkok van mrs Greig werd jarenlang als het ideale type gezien.